Het belang van een optimistische mindset

Maud Raman

1. Succes is niet enkel gekoppeld aan intelligentie

In onze Westerse maatschappij koppelen we succes vaak aan intelligentie of een succesvol studietraject. Velen denken ook dat een hoge opleiding noodzakelijk is om succesvol te zijn. En gedeeltelijk is dit ook zo. Als je arts wil worden moet je al eerst door een toelatingsexamen geraken om vervolgens een lange en moeilijke studieperiode te doorlopen.

In m’n eigen studieperiode had ik moeite om die grote hoeveelheden kennis in korte tijd te verwerken. Het is door doorzettingsvermogen en motivatie dat ik uiteindelijk die eindstreep heb gehaald. Ondertussen zijn er ook al veel voorbeelden van mensen die ook zonder zo’n zwaar studietraject heel succesvol zijn geworden in het leven of die later uiteindelijk een hele carrièreswitch maken en daar ook heel succesvol in worden. 

Studeren en intelligentie zijn dus niet de enige elementen die leiden tot succes. Het is ook niet mijn bedoeling om hier diep op in te gaan en valkuilen of succesfactoren te bespreken. 

Ik wil vooral graag één aspect belichten die heel belangrijk kan zijn als je doelen wilt behalen: het hebben van een op groei gebaseerde mindset en een zekere vorm van optimisme. En wat bedoel ik daar dan mee?

2. Een op groei gebaseerde mindset

Bij een op groei gebaseerde mindset gaan we ervan uit dat jouw intelligentie en jouw persoonlijkheid verder ontwikkeld kunnen worden. En intelligentie mag je gerust breed zien: een creatieve uitdrukking of een fysieke vaardigheid zit voor mij ook onder de noemer van intelligentie. Iedereen heeft wel iets waar hij goed in kan zijn of worden en dat kan zich uiten in heel verschillende domeinen. Carol Dweck spreekt van een mindset die er niet van uitgaat dat je met de eigenschappen die je zijn toebedeeld moet leven. Maar dat hetgeen je is toebedeeld het beginpunt is van waaruit je je kunt ontwikkelen. 

De ware potentie van de mens is niet precies vast te stellen. Het is van veel factoren afhankelijk zoals je beginpunt, enthousiasme, ijver, omgeving, omstandigheden, …

En ook hoe je kijkt naar een situatie. Als iemand geen opbouwende kritiek geeft op een tekening die je hebt gemaakt: ‘Ik vind hem eigenlijk niet zo mooi. Die lucht en dat landschap zien er een beetje raar uit.’ Hoe reageer je daar dan op? Voel je je verdrietig en vind je jezelf een slechte tekenaar? Of kan je dit in een ander perspectief plaatsen. ‘We hebben niet dezelfde smaak. Zij begrijpt de technieken niet goed die ik heb toegepast en ik ben blij met hetgeen ik heb gemaakt.’

De manier waarop we naar een situatie kijken en ook onszelf en onze omgeving beschouwen of beoordelen is ontzettend belangrijk voor onze groei en de vooruitgang die we willen maken ten aanzien van de doelen die we voor ogen hebben.

3. Optimistisch versus pessimistisch denken

Martin Seligman heeft veel onderzoek gedaan naar het effect van een meer optimistische kijk versus een meer pessimistische kijk op onze gevoelens, succes in onze job, als ouder, op school, in sport, op onze gezondheid en op onze geloofsovertuiging en cultuur. In onze overtuigingen zijn volgende elementen heel belangrijk:

  • het permanent karakter van iets:

‘Je belt me nooit’ (permanent) vs. ‘Je hebt me de laatste tijd niet meer gebeld’ (dit kan veranderen)

  • iets zien in zijn specifieke context versus een meer universele context: 

‘Vrouwen zijn slechte bestuurders’ vs. ‘Mijn vrouw had moeite om de auto te parkeren in die kleine ruimte die beschikbaar was’ (gaat over één gebeurtenis)

  • iets dat je je toeëigent versus iets dat je toewijst aan een externe omstandigheid

‘Ik ben een slechte tekenaar’ vs. ‘Dat meisje vindt mijn tekening niet mooi’ (gaat niet over jezelf, maar iemand anders die kritiek heeft)

Als je overtuiging een permanent karakter heeft, dat altijd geldt en/of dat gaat over iets dat je jezelf toewijst, dan heb je een meer pessimistische kijk op een situatie. Dat zijn mensen die sneller opgeven. Er is geen hoop en weinig ruimte voor verdere groei en verandering. Negatieve eigenschappen aan jezelf toewijzen leidt ook tot een lager gevoel van eigenwaarde.

Martin Seligman onderzocht situaties waarin dieren en mensen zich door verlies, tegenslag of een nederlaag hulpeloos voelen: er niet meer in geloven. We hebben dat allemaal wel eens, dat we in mindere of sterkere mate van onze sokkel worden geslagen en ons hierbij neerslachtig kunnen voelen. Maar de manier waarop jij over jouw problemen denkt, bepaalt mee of dit verder aanleiding kan geven tot een depressie. Het kan je neerslachtigheid verlichten of net verergeren. Mensen die de situatie minder gaan herkauwen en geloven dat deze negatieve situatie tijdelijk is en overbrugbaar, hebben meer veerkracht. Zij zullen sneller uit een negatieve spiraal geraken. Pessimisme is zeker niet de enige oorzaak van een depressie. Een depressie kan worden veroorzaakt door een combinatie van factoren zoals genetische aanleg, langdurige stress of trauma, verlies of rouw, hormonale schommelingen, ziekte of chronische pijn, drugs- of alcoholgebruik, … Maar dus ook negatieve gedachten of zelfbeeld spelen hierbij een belangrijke rol.

4. Schakelen tussen hoop en realisme

In ons leven kunnen we misschien overwegend optimistisch of pessimistisch denken, maar in de dagdagelijkse realiteit kan dit van het ene overgaan in het andere afhankelijk van gebeurtenissen en hoe sterk je je op dat moment voelt. Uit onderzoek van Seligman is gebleken dat mensen die pessimistisch denken, situaties vaak realistischer inschatten. Terwijl de optimisten de neiging hebben om de realiteit soms wat te vervormen in de richting die hen op dat moment meer helpt om successen te behalen. En tussen deze uitersten zitten natuurlijk vele gradaties. 

Als wetenschapper ben ik vaak geneigd situaties heel realistisch in te schatten en deze specifiek te benoemen. Als iemand vindt dat ik mooi kan zingen -en in mijn voorbeelden mix ik fictie en realiteit by the way- dan zal ik blij zijn dat deze persoon dat vindt, maar daarom zal ik mezelf nog niet als een top-zangeres zien. Als een dag een beetje ongelukkig verloopt, heb ik niet alle ongeluk van de wereld. Neen, het was een minder goede dag en morgen is er weer een nieuwe dag.

In ons leven hebben we een mix van beide nodig. Wat realisme op momenten dat je geen risico’s mag nemen en wat optimisme als je grootse plannen mag uittekenen. In een ideale wereld hebben we de kracht en het vermogen om te schakelen tussen beide.

5. De rol van opvoeding en negatieve gebeurtenissen

Uit onderzoek van Seligman kwamen drie elementen naar voor die het denkpatroon van kinderen kunnen beïnvloeden:

  • De manier waarop een kind zijn/haar ouder -vooral de moeder- alledaagse situaties hoort analyseren. Als die optimistisch zijn, dan zal het kind dit overnemen.
  • De wijze waarop een kind door zijn omgeving wordt beoordeeld als het kind faalt. Als er kritiek wordt geuit dat onveranderlijk is en toegeschreven wordt aan het kind zelf, zal dat eerder leiden tot een negatief zelfbeeld en pessimisme.
  • Vroege verliezen of trauma. Als er heling is en goede oplossingen worden gevonden, kan het kind leren dat negatieve gebeurtenissen overbrugd of overwonnen kunnen worden. Als die permanent zijn en globaal gelden, worden er zaadjes geplant die het kind een hopeloos gevoel geven (Seligman M. 2006).

Ook hier moeten we dit eerder als trends beschouwen en niet als vaststaande feiten dat voor elk kind geldt.

Maar wat mijn vuur hier vooral doet branden, is dat kinderen die meer negatieve gebeurtenissen hebben gekend in hun leven en hier een meer negatieve kijk aan overgehouden hebben, in een negatieve spiraal kunnen terechtkomen. 

En dat wil ik verder opentrekken naar volwassenen ook. Wat mij vooral intrigeert is: hoe we kunnen terugveren na negatieve gebeurtenissen en hoe kan zo’n negatieve spiraal vermeden of doorbroken worden?

6. Hoe kan je pessimisme ombuigen in optimisme?

Ik zal hier kort vermelden wat in cognitieve therapie gebruikt wordt. Later vertel ik meer over hoe we onze veerkracht nog verder kunnen versterken. Er zijn heel veel krachtige tools beschikbaar die ons helpen om terug te veren na tegenslagen.

6.1 Bewust zijn van hoe je denkt en voelt

Om pessimisme om te buigen naar een meer optimistische kijk op dingen, is het belangrijk om bewust te zijn van hoe je denkt en hoe je je voelt. Ik verwijs hiervoor naar een eerder geschreven artikel over zelfbewustzijn. Als iemand een eerder statische mindset heeft en denkt dat alles vastligt en dat ze dat ook zo moeten ondergaan, is het belangrijk om ze te overtuigen dat verandering mogelijk is. Dat ze daar zelf een verantwoordelijkheid in kunnen nemen. Dat is een eerste belangrijke stap.

Stel, je bent een leerkracht en hebt op een dag de klas wat minder in de hand. Je betrapt jezelf erop dat je hierover negatieve gedachten hebt. Je voelt je wat neerslachtig en vindt jezelf een slechte leerkracht. Je bent je bewust van wat je voelt en denkt.

6.2 Is dit zo?

Komen jouw gedachten overeen met de realiteit? Daag je gedachten uit. Is er een andere manier om naar deze situatie te kijken?

Als we terug naar het voorbeeld van de leerkracht gaan: som voor jezelf alle feiten op die jouw waarde in het lesgeven ten volle ondersteunen. Je kan ook argumenten aanreiken die de situatie zelf milderen.

6.3 Verander je gedachten

Vervolgens kan je je negatieve gedachten vervangen door meer realistische gedachten die opbouwend zijn. 

In geval van de leerkracht kan dit een nieuwe helpende gedachte zijn: ‘Ik was vermoeid en had vandaag een moeilijke dag, maar dat betekent niet dat ik geen goede leerkracht ben. Iedereen heeft weleens zo’n dag.’ Herinner jezelf aan je sterktes. 

6.4 Versterken van de nieuwe gedachten

Je kan de nieuwe gedachten versterken door bewust positieve momenten te observeren.

In geval van de leerkracht kan die bewust positieve momenten in de les observeren, nieuwe afspraken maken met de leerlingen of feedback vragen aan een collega.

6.5 Leer negatieve gedachten sneller herkennen

Omgekeerd is het belangrijk om de negatieve gedachten niet te voeden. Het herkauwen van zo’n gedachten maakt de situatie alleen maar erger. We hebben niet alleen invloed op wat we denken, maar ook over wanneer we eraan denken of hoeveel we eraan denken.

Door meer bewust te zijn van onze gedachten en gevoelens, zullen we negatieve gedachten sneller opmerken. Door onze gedachten kritisch te bekijken en nieuwe positieve ervaringen op te doen, hervinden we vertrouwen in ons eigen kunnen.

7. Conclusie

Hoe we naar situaties kijken en hoe we onszelf beoordelen, speelt daarbij een grote rol in het bereiken van onze doelen. Met een optimistische kijk zien we tegenslagen als tijdelijk en oplosbaar. Dat helpt om gemotiveerd te blijven en door te zetten. Een pessimistische benadering daarentegen kan leiden tot sneller opgeven, twijfels over het eigen kunnen en een lager zelfbeeld.

Om pessimistische gedachten om te buigen naar meer optimistische, is het belangrijk om je bewust te worden van je eigen denkpatronen. Door deze gedachten kritisch te onderzoeken en ze actief te vervangen door realistische en constructieve alternatieven, versterk je een positievere mindset. Op die manier groeit het vertrouwen in jezelf en in je vermogen om met uitdagingen om te gaan.

8. Referenties

  • Dweck C.S. 2011. Mindset. Verander je manier van denken om je doelen te behalen.
  • Martin E.P. Seligman 2006. Learned optimism. How to change your mind and your life.

Andere artikels van dezelfde categorie:

De kracht van zelfbewustzijn

De kracht van zelfbewustzijn

Als je bewust in het leven wil navigeren en beslissingen wil nemen die in lijn zijn met wat jij belangrijk vindt, is het belangrijk om inzicht te hebben in jouw wensen, jouw beperkende gedachten en jouw reacties op situaties. 

Gedachten in de spotlight

Gedachten in de spotlight

We handelen vaak op automatische piloot zonder bewust te zijn van ons gedachten. Door onze gedachten in de spotlight te zetten en bewust te zijn van wat we denken, voelen en doen nemen we de regie zelf meer in handen om te handelen zoals we het zelf echt willen.